Vaartijd 5,5 uur
Weersverwachting: wind 2-3
Na een paar mooie wandeldagen op Omø vertrekken wij op weg naar Vordingborg, een stadje op Seeland. De jachthaven is prachtig gelegen met veel ruimte en wandelmogelijkheden. Het stadje is niet indrukwekkend. Tussen de haven en het centrum ligt Kasteel Vordingborg met een openbaar toegankelijke slot tuin . Het kasteel bestaat nu enkel uit ruïnes en een toren de zogenaamde Ganzentoren. Er is ook een botanische tuin en een museum . https://en.wikipedia.org/wiki/Vordingborg_Castle
Van de Schipper
Voor ons gevoel varen we binnendoor. Toch is de zee die wij oversteken 33 km breed en 62 km lang! We varen wel tussen de eilanden van Denemarken. Deze route is het gewoon varen en af en toe iets bijsturen.
Vlak voor Vordingborg zijn er weer ondieptes en op de Ray-marine plotter zie ik veel boeien in het water. Ik verwacht hier geen brug maar maar dichterbij wordt het duidelijk dat een grote brug in aanbouw is. Daarom ligt hier dus er extra betonning die ons naar de oude bestaande brug verderop leidt.
Hierna gaan we door smalle geulen naar de haven. Als voorbereiding voor deze tocht heb ik het boek Vaarwijzer Scandinavië en de Oostzee van René Vleut gebruikt. René schrijft dat de haven van Vordingborg niet erg diep is en met westenwind de waterstand behoorlijk kan zakken. Met deze kennis vaar ik rustig en met lage snelheid naar de haven. Op de kaart en de dieptemeter zie ik dat er steeds minder water onder Popeye is. Heel voorzichtig proberen wij een box als ligplaats maar Popeye is te breed.
Op advies van een Deense vaarder meren we af aan de kade voor het havengebouw. Er staat nog 1.30 m water onder Popeye dus dat is prima.
Echter, de westenwind trekt in de avond nog wat aan en we zakken nog 75 cm. Voordat we gaan slapen geef ik de landvasten wat extra lengte zodat Popeye kan zakken of stijgen.
’ S Morgens is de wind gaan liggen en de waterstand is hoger dan toen we aankwamen. We besluiten te vertrekken naar onze volgende bestemming.
Ondanks dat dit onze 6e Oostzeereis is bereid ik mij altijd weer voor met het boek van René Vleut en de papieren waterkaarten.
Wees de eerste om te reageren